Wanneer dit noodzakelijk is voor het beheer van de boedel, kan de curator beslissen om een door de gefailleerde gesloten lopende overeenkomst niet verder uit te voeren. Het art. 46 van de Faillissementswet van 1997 is grotendeels overgenomen in art. XX.139 W.E.R. ( de nieuwe insolventiewet van 11 augustus 2017).
Dit artikel is een mooie toepassing van het spanningsveld tussen het insolventierecht en het gemeenrecht en gaf aanleiding tot meerdere commentaren alsof de curator over een toverstokje beschikt om één van onze juridische fundamenten “Pacta servanda sunt” weg te maaien.
Het Hof van Cassatie bevestigt in voormeld arrest de eigenheid van het insolventierecht en sluit hierbij aan bij de bekommernis die de wetgever bij invoering van deze mogelijkheid tot beëindiging had, met name het actief van het faillissement niet aan te tasten en te vermijden dat boedelschulden gecreëerd worden zonder dat de boedel daarvan voordelen zou genieten.
De verhuurder die dacht ingevolge wanprestatie in hoofde van de gefailleerde door de lopende handelshuurovereenkomst niet verder te zetten, een vordering te hebben voor de rest van de duurtijd van de lopende huurovereenkomst ( plus minus nog 6 jaar ) op basis van zijn keuzerecht ex art. 1184 B.W. om niet de ontbinding te vorderen maar de wederpartij te noodzaken de overeenkomst uit te voeren, wordt door het Hof van Cassatie terecht gewezen.
De schadevergoeding die voortvloeit ex art. 46 Faill.W. is geen schadevergoeding voor het verlies dat de verhuurder heeft geleden en de winst die hij heeft moeten derven, doch wordt beperkt tot de contractueel bepaalde schadevergoeding in geval van ontbinding, in dat geval forfaitair bepaald op 6 maanden.
De verhuurder behoudt bij toepassing van art. 46 Faill.W. weliswaar al zijn rechten met dien verstande dat de curator nooit verplicht kan worden tot uitvoering in natura. De gevorderde schadevergoeding is een schuld IN de massa en dient opgenomen in de boedel.
Auteur: Mr. Ilse Mertens, advocaat, partner EVC advocaten (Antwerpen)
Referentieregel: Cass. 4 september 2020 – C.20.001.N – Lees hier de tekst van het arrest
