Bijzondere ontslagbescherming wegens tijdskrediet houdt geen absoluut ontslagverbod in

Wanneer een werknemer zijn recht op tijdskrediet uitoefent, voorziet cao 103 in een bijzondere ontslagbescherming. Zo mag een werkgever enkel ontslaan in geval van een dringende reden of om een reden die geen verband houdt met de uitoefening van het recht op tijdskrediet. Slaagt de werkgever er niet in aan te tonen dat de ingeroepen redenen vreemd zijn aan de uitoefening van het recht op tijdskrediet, dan is een bijkomende forfaitaire vergoeding gelijk aan zes maand loon verschuldigd bovenop de gewone opzeggingsvergoeding.

***

Het Arbeidshof van Brussel trad in zijn arrest de werkgever bij en oordeelde dat er voldoende bewijs werd geleverd dat het ontslag van de betrokken werknemer niets te maken had met de uitoefening van het recht op tijdskrediet. Dit in tegenstelling tot de arbeidsrechtbank die van oordeel was dat de werkgever enkel beweerde, maar onvoldoende concreet bewees dat het ontslag vreemd was aan tijdskrediet. Het Arbeidshof hervormde de beslissing in eerste aanleg en verklaarde vervolgens de vordering tot een bijkomende forfaitaire beschermingsvergoeding ongegrond.

Deze rechtspraak bevestigt nogmaals het belang om een voldoende solide ontslagdossier op te bouwen en over concrete schriftelijke bewijzen te beschikken waarin effectief wordt aangetoond dat de reden van ontslag vreemd is aan de uitoefening van het recht op tijdskrediet. 

Volledig artikel en bron : Claeys & Engels / HR Square

Gerelateerde opleidingen

Naar jaarlijkse gewoonte bundelen Mrs. Bart Vanschoebeke en Ann Witters (Claeys & Engels) de voornaamste ontwikkelingen in de wetgeving en rechtspraak inzake ontslagrecht. Deze update “Actualia Ontslagrecht” is dan ook een niet te missen seminarie voor de rechtspracticus in het arbeidsrecht.

Nieuws per domein

Meest gelezen

Let's connect